Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Exstrŭo

betekenis & definitie

struxi, structum (3);

1. eig., (laagsgewijze) opbouwen, opstapelen, -richten, aanleggen. | in ’t bijz., hoog opstapelen = ophopen; praegn., (met iets) hoog bevrachten, zwaar beladen, focum lignis, Hor., mensas conquisitissimis epulis, Cic., en zo mensae exstructae, rijkelijk voorzien, Cic.
2. overdr., exstrue animo altitudinem excellentiamque virtutum, Cic.

< >