Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Dēverto

betekenis & definitie

(devorto), verti (vorti), versum (vorsum) (3);

1. trans., afwenden, -keren, pass. mediaal devertor, zich afwenden, -keren, afgaan, ook = zich ergens heen wenden, (van de weg af) ergens heen gaan. | in ’t bijz., zijn intrek nemen, logeren, zich ophouden, in Pompeianum, Cic., apud alqm, Liv., in hortis, Tac., ook fig. meas devertor ad artes, Ov.
2. intr., zich afwenden, -keren, afgaan, cum perpaucis viā, Liv., ut deverterem (sc. viā), Cic.; overdr., (in de rede) afdwalen. | zich ergens heen wenden, - begeven; in ’t bijz., een uitstapje maken, als gast een bezoek brengen, ad alqm, Cic., in of ad villam alcs, Cic., domum Charonis, Nep.

< >