Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Dēmĭnŭo

betekenis & definitie

ŭi, ūtum (3), verminderen, verkleinen, verzwakken, (een deel van iets) wegnemen, copias, Caes., alqd de tempore, Cic., (een bezit enz.) gedeeltelijk vervreemden, de bonis, Cic., praedia, Cic. | overdr., partem aliquam iuris, Cic., aliquid de iure, Cic.; in ’t bijz., capite se deminuere en capite deminui, zijn voordelen en rechten als burger verliezen, Cic., zie caput, II, a.

< >