Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Cresco

betekenis & definitie

crēvi, crētum (3);

I. voor de dag komen, ontspruiten, ontstaan, vand. cretus = ontsproten, ontstaan, Amyntore, Ov., Troiano ab sanguine, Verg.

II. groeien

a. in engere zin (van planten, dieren, mensen, lichaamsdelen), Cic., vand. crescere in alqd, in iets ingroeien, ook tot iets vergroeien, - worden, Verg., Ov.
b. in ruimere zin (met betrekking tot grootte, hoogte, omvang enz.) groeien, stijgen, toenemen, zich vermeerderen, groter worden, uitzetten, zwellen. | (met betrekking tot getal) toenemen, zich ophopen. | (- tot intensieve sterkte, graad) toenemen. | (- tot roem, aanzien, macht) zich ontwikkelen, stijgen, een hoge vlucht nemen, groot worden.

< >