Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Convexus

betekenis & definitie

1. (naar beneden) steil aflopend, ketel- of bekkenvormig, hol; subst., convexa vallium, dalketels of -bekkens, diepe dalen, lust., ook alleen convexa, Verg.

2. (naar boven) zich welvend, gewelfd; subst., convexum, i, n. meer plur. convexa, ōrum, welving, gewelf, Verg.

< >