dep. (1);
1. in ’t alg., ijverig volgen, ijverig -, voortdurend begeleiden, achterna gaan. | overdr., najagen, zoeken te verkrijgen, naar iets streven, opes et potentiam, Cic., verba, zich aan de letter (niet aan de zaak) houden, Cic.; ubertatem orationis, Cic., alqd imitando, Cic.
2. in ’t bijz., (vijandelijk) vervolgen, nazetten, ook overdr.