Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Concĭto

betekenis & definitie

I. a. in snelle beweging, in gang brengen, (tot snelle beweging) aandrijven, (van zaken), navem (remis), Liv., telum ex insidiis, slingeren, Verg., maar quo (procursu) plurimum concitantur tela, er grote snelheid of kracht aan bijgezet wordt, Liv.; (van levende wezens), equum (calcaribus), Liv., magno cursu concitati, in stormpas, Caes., in ‘t bijz. = (tot de strijd) op de been brengen, oproepen. | iemd tot iets aanzetten, -drijven, -sporen, concitari alcs cohortatione ad alqd, Cic.

b. in onrustige beweging -, in beroering brengen, schokken, eversas aquas (van de wind), Ov. | (in staatkundige zin) ophitsen, opruien. | (de hartstochten, de gemoederen) opwekken, in opschudding brengen; gewl. tot toorn, tot woede aanzetten, prikkelen, ophitsen, alqm, Sall., animum of se in iram, Curt., Quint.

II. verwekken, te voorschijn roepen, veroorzaken, tumultum, Caes., invidiam in alqm, Cic.

< >