cessi, cessum (3);
I. eig., weggaan, aftrekken, zich terugtrekken, zich ergens heen begeven. | in ’t bijz., (voor een ander plaats makend) ergens uittrekken of -gaan, ex aedibus, Ter.; (van een plaats) opgeven, ontruimen, absol., Liv., ceterā Italiā, Liv.; concedere vitā, verscheiden, Tac., ook absol., quandoque concessero, Tac.
II. overdr.
a. (in een toestand) zich begeven, zich terugtrekken, zich voegen of schikken, in deditionem, Liv., in privatam vitam, Eutr.; (tot een mening, partij enz.) toetreden, overgaan, in alcs sententiam, Liv., in partes, Tac., in illos, zich verenigen met, Cic.; (aan of op iemd of iets) overgaan = komen, in alcs dicionem, Sall., in alcs gratiam, Sall.; (in iets) overgaan, opgaan, in gentem nomenque imperantium, Sall.
b. intr., wijken, het veld ruimen, dignitati, Cic., naturae, Sall., of fato, Tac., Plin. pan., (een natuurlijke dood) sterven, alci de Victoria, de overwinning laten, Liv.; zich (naar iemd of iets) voegen of schikken, toegeven aan, zich verenigen met, alci, Cic., alcs postulationi, Cic.; (voor iemd of iets) onderdoen, - op zij gaan, de meerderheid (van iemd of iets) erkennen, alci, Caes., aetati, Sall., vix alci de familiaritate, Cic.; afstand (van iets) doen, paululum de iure suo, Ter.; (iets) door de vingers zien, (iemd iets) vergeven, alci, Cic., peccatis, Cic., vitio, Hor. | trans., afstaan, overlaten, inruimen, toestaan, veroorloven, vergunnen, alci sedes suas, Cic., alci libertatem, Caes., Calydona Dianae in iras, ter bevrediging van haar toom, Verg., part. perf. pass. subst., concessa, ōrum, n. het geoorloofde, Cic.; (een bewering) toegeven; opgeven, laten varen, opofferen, Siciliam, Liv., alci auguratus petitionem, Cic., en zo alqm alci, iemd vrijlaten, begenadigen ter wille van iemd, Cic.; iets laten gaan = vergeven, haec omnia, Cic., omnibus omnia peccata, Cic., peccata liberum misericordiae parentum, uit medelijden met de ouders, Cic.