1. in ’t alg., (neer)zetten, (neer)leggen, plaatsen, stellen, oprichten, ook overdr., alqm in tuto, Cic. spem in alqa re, Cic., omne tuum studium in doctrina, richten op enz., Cic., adulescentiam suam in voluptatibus, wijden aan enz., Cic., verba collocata, in een zin gebrachte woorden (tegenover verba singula), Cic., absol., de alqa re in prioribus libris satis collocavisse, te boek gesteld hebben, Tac.
2. in ’t bijz., iemd (vooral soldaten, kolonisten) ergens inkwartieren, onder dak brengen, een woonplaats aanwijzen, zich doen vestigen, stationneren, ergens heen verplaatsen, se Athenis, zich neerzetten of vestigen, Cic. | behoorlijk in orde leggen, - zetten, chlamyden, ut pendeat apte, Ov., coxam parum apte, zetten, Plin. ep.; overdr., behoorlijk in orde brengen, regelen, rem militarem, Cic. | aan de man brengen, uithuwelijken, alqam in matrimonium of in matrimonio, Cic., filiam suam alci, Cic. | (geld) ergens in beleggen, - steken, in eo fundo dotem, Cic.; overdr., patrimonium in rei publicae salute, besteden aan enz., Cic., apud bonos beneficium collocare, als ’t ware op rente uitzetten, Cic., aedilitas recte collocata, aan de rechte man verleend, Cic.