Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Ăpŭd

betekenis & definitie

(oude schrijfwijze: ăpŭt), praep. c. acc., bij, naast, in de nabijheid-, in het bereik van, apud me, te, se, etc., bij mij, u, zich enz., d. i. in mijn enz. woning, fig., apud se esse, bij zijn zinnen, bij zijn verstand zijn, Com.; apud exercitum esse, bij het leger (in het gevolg van de veldheer enz.) zijn, (daarentegen in exercitu esse = in het leger als soldaat dienen), Cic. | bij, voor, in tegenwoordigheid van, apud populum, apud iudices, Cic. | verder = bij, in zinnen als de volgende: consequi gratiam apud bonos viros, Cic., apud Xenophontem, in diens geschriften, Cic., apud Solonem, in de wetten van Solon, Cic., ook van sprekers, apud quosdam acerbior in conviciis narrabatur, Tac.; soms in plaats van de dat., queri apud alqm, Cic. | bij, aan = in het gebied, in de omtrek van, apud oppidum, Caes.; (bijna = in) in, aan, op, te, apud villam, Cic., apud forum, Ter.

< >