een plaats aan de IJsel bij Zwolle, waar Florens Radewijns op aandringen van Geert Groote in 1387 een klooster van Reguliere Kanunniken vestigde. Het aantal kloosters nam geleidelijk toe, hetzij door oprichting van nieuwe, hetzij door toetreding van andere zowel in Ned. als buiten de grenzen.
Zij vormden samen met het moederklooster de Windesheimer Congregatie. Ook kwam er een afdeling vrouwelijke kloosters. De huizen, die de Reformatie overleefden, verdwenen in de loop der 18e en 19e eeuw bijna zonder uitzondering. De Windesheimer monnik Joh. Busch (✝ ca 1480) liet een Chronicon na; z Moderne Devotie.