werktuigen, door middel waarvan in Israël het lot geworpen werd om de wil van Jahwe te leren kennen. Waarschijnlijk twee steentjes of staafjes, door kleur of inschrift van elkaar onderscheiden.
Door de hogepriester in een tas („borstlap”) op de borst gedragen (vgl. o.a. Ex. 28 : 30). De afleiding van de naam is onzeker.