De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 13-06-2020

Slaven

betekenis & definitie

volksgroepen die de Slavische talen * spreken : Russen (Groot-, Klein-, Wit-Russen), Polen, Tsjechen, Slowaken, Kroaten, Serven, Slovenen, Bulgaren. Totaal ca 250 millioen.

Al deze talen veronderstellen een gemeenschappelijke grondtaal, het Oerslavisch; deze veronderstelt weer een volk, dat haar sprak, en ook voor dit voorhistorische volk bezigt men de naam Slaven (of Oerslaven). De tegenwoordige Slavische volken ontwikkelden zich, doordat groepen van afstammelingen der Oerslaven zich vermengden met andere bevolkingselementen en deze hun taal opdrongen. Er bestaat dus taalcontinuïteit, minder rascontinuïteit.

< >