(Gastropoda), beh. tot de Weekdieren*, gewoonlijk asymmetrische dieren met gewonden schelp, gespierde voet als voortbewegingsorgaan, kop met twee voelers; al of niet met ogen. De rest van het lichaam wordt omgeven door een huidplooi, de mantel, waardoor de schelp wordt afgescheiden.
Deze bezit aan de binnenkant een parelmoerlaag. Men kent zoetwater-S.: tuinslak (Helix), naakte slakken (I.ivnax), Posthorentjes (Planorbis) enz.; zee-S.: Alikruik (Littorina), Wulk (Buccinum) enz.