De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 13-06-2020

Skelet

betekenis & definitie

vormt voor het lichaam een benige steun. Bestaat uit been (hard en weinig buigzaam) en kraakbeen (minder hard, buigzaam) . Dit laatste komt voor aan het oor, de neus, de ribben en alle uiteinden van beenderen.

De meeste beenderen zijn beweeglijk met elkaar verbonden d.m.v. gewrichten.S. te onderscheiden in schedel, romp en ledematen.

De schedel bestaat uit onbeweeglijk verbonden beenderen, die de hersenkas, oogkassen, oor-, neus- en mondholten omsluiten. Alleen onderkaak is beweeglijk verbonden met de schedel.

De romp bestaat uit de wervelkolom, de borstkas en het bekken. De wervels omsluiten het wervelkanaal, dat het ruggemerg bevat. Het benige gedeelte van de romp omsluit de organen van borst en buikholte.

De bovenste ledematen worden gevormd door de schouderbladen, sleutelbeenderen, bovenarm, ellepijp, spaakbeen, polsgewricht en hand. De onderste ledematen bestaan uit dijbeen, scheenbeen, kuitbeen, enkelgewricht en voet.

In de dierkunde noemt men in ruimere zin ook steunweefsels van ongewervelde dieren (koralen, holtedieren, sponzen) S. Insecten, kreeften, spinnen enz. bezitten een chitine-S.