(ca 1235-1281/'84), Vlaams wijsgeer, „Sygerus Magnus de Brabantia”. Tegenst. van de gematigde Aristotelici (o.a.
Albertus Magnus). Doceerde aan de univ. van Parijs het Aristotelisme in de interpretatie van Averroës, dat hij als het laatste woord van de menselijke rede beschouwde. Kwam in conflict met de kerkelijke overheid, werd 1277 veroordeeld. Te Orvieto geïnterneerd. Schreef o.a. De aeternitate Mundi, 1271—’72; De anima intellectiva, 1272-’73.