De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 13-06-2020

Schiller

betekenis & definitie

Ferdinand C. S. (1864-1937), Eng. wijsgeer.

Voornaamste aanhanger van het pragmatisme* in Engeland. Zijn leer, vooral beïnvloed door W. James, noemt hij „humanism”. Werken: o.a. Humanism, Studies in Humanism.Joh. Chr. Friedrich (von) (1759-1805), Duits dichter, met Goethe hoofdvert. van Duitse klassieke dichtkunst; stud. rechten en geneesk., werd mil. arts, toneeldichter te Mannheim, prof. te Jena, in vriendschappelijke relatie met Goethe te Weimar. Reeds zijn jeugdtreurspel Die Räuber gaf uiting aan zijn heftig vrijheidsideaal; hij bleef volstrekt idealist, vnl. in zijn drama's, elk een idee verpersoonlijkend, die hij vurig, welsprekend en in schitterende stijl tot uiting bracht. Na verscheurdheid der jeugdjaren verder door klass. dramat. spanning beheerst; scherp verstand, onverschrokkenheid en hartstochtelijk rechtsgevoel zijn de drie pijlers waarop zijn edele persoonlijkheid berust.

Als lyricus (o.a. Das Lied v. d. Glocke) bereikt hij niet het niveau van Goethe maar blijft vooral in zijn balladen een der grootsten. Ook als historicus is hij van belang door zijn Gesch. des Abfalls der Niederlande en Gesch. des 30-jährigen Krieges. Zijn schoonste drama’s zijn: Fiesko, Kabale u. Liebe, Don Carlos, Wallenstein, Maria Stuart, Jungfrau von Orleans, Braut von Messina, Wilhelm Teil.