(1), (Rosa) plantengeslacht uit de Rozenfam.* Rechtopstaande, of klimmende gestekelde heesters, met meestal gevinde bladeren. Groot aantal vruchtbeginsels in holle bloembodem (rozebottel) ingesloten.
Bloemen alleen of in trossen. In Ned. 5 soorten; in het wild zeer algemeen: Hondsroos (R. eanina), Duinroos (R. pimpinella) wit, zeer laag; vrij algemeen is de Egelantier (R. rubiginosa). Van de wilde roos stammen de gekweekte soorten af;(2) z Belroos en Gordelroos.