(Pirus), plantengeslacht uit de Appelfam. * Bomen en heesters met vrij grote vruchten. Pitvruchten met klokhuizen.
Het belangrijkst is P. communis (afk. uit Z.-Europa en W.-Azië). Hoofdvormen P. c. sylvestris, P. c. piriformis, P. c. sativa en P. c. globosa. De in cultuur zijnde perebomen zijn hybriden. P. groeit het best op zavelgrond. KleinereP.-enbomen worden geënt op kwee-P. (Cydonia vulgaris). Goede handperen zijn; Clapp’s Favourite, William's Duchess, Triomphe de Vienne, Kruidenier speer, Beurré Hardy, Bonne Louise, Doyenne du Comice, Beurré Clairgeau enz. Goede stoofperen: Gieser Wildeman, Pondspeer, Kleipeer, Brederode. Wormstekigheid moet bestreden worden door het aanbrengen van vangbanden. Droge, hete zomers veroorzaken meligheid en stenigheid.