theorie door Darwin* uiteengezet in Variation of Animals and Plants under Domestication (1868). Erfelijkheids- en andere verschijnselen, die afstammelingen op hun voorvaderen doen gelijken, worden veroorzaakt door kleine deeltjes (gemmulae) die door alle cellen van het lichaam in alle ontwikkelingsstadia worden afgegeven, zich door het lichaam verspreiden, delen, vermenigvuldigen en zich ten slotte verenigen tot zulke cellen als waarvan zij afkomstig zijn.
Zij vormen ook, van alle lichaamsdelen uit samenkomende, de eieren en het sperma en uit hen ontstaat dus bij de ontwikkeling een nieuw organisme.