De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 13-06-2020

Paasfeest

betekenis & definitie

(Pasen, Aram. pascha, Hebr. pèsach, „voorbijgaan"), oorspr. een natuurfeest, bij vollemaan in het voorjaar gevierd met offermaaltijd van de nieuwe oogst en de nieuwe dracht der kudde. Israël vierde het P. in de nacht van 14--15 Nisan (Abib) ter herdenking van de uittocht uit Egypte met een gebraden lam, ongezuurde broden en bittere saus (vgl.

Ex. 12 en 13). Het aan de deurposten gestreken bloed van het paaslam bewerkte, dat de Verderver aan de woningen van Israël voorbijging toen hij alle eerstgeborenen in Egypte sloeg. Later werd het uitsluitend aan de tempel gebonden (Deut. 16 : 1-8). In Jezus' dagen vierde men het feest in Jeruzalem, waarbij de paaslammeren in de tempel geslacht werden. In de Chr. kerk is, na lange strijd vooral over de datum van het P., door het concilie van Nicea (325) hiervoor de eerste Zondag na de eerste vollemaan in de lente (tussen 22 Maart en 25 April) vastgesteld ter viering van de opstanding van Jezus Christus uit de doden.