(van Gr. oikoemenè, het bewoonde land), oorspr. opgevat als de (Gr.) beschaafde wereld. Van hieruit kreeg O. de betekenis van de gehele Kerk resp.
Christenheid betreffende. Zo spreekt de Oosterse Kerk van O. synoden, de R.K. Kerk van O. conciliën. Als O. symbolen gelden het Apostolicum, het Nicaeno-Constantinopolitanum en het Athanasianum.