sultanaat in N.W.-Afrika, Frans/Spaans protectoraat, 444.000 km2; omvat W.-gedeelte van Atlasgebergte met het N.-voorland daarvan, het Rif aan de Middell. Zee-kust en deel van de Sahara.
Subtropisch; regentijd in de winter. Door de hoogte in het binnenland vrij koel. Bevolking: Berbers en Arabieren, vermengd met negers. Arabieren bewonen vnl. het C. en N.W. Verdeeld in Fr. zone in het Z., 8.500.000 inw., Sp. zone aan de N.-kust, 992.000 inw. en een internationaal gebied (Tanger), 100.000 inw. Heersende godsdienst: Islam.
Arabische bevolking leeft vnl. van nomadische veeteelt (schapen, geiten, runderen), Berbers van landbouw, handel, nijverheid. Belangrijkste landbouwgebied: plateau van het Atlas-voorland in de Fr. zone (tarwe, gerst, maïs, zuidvruchten, kurk, olijfolie, wijn). Landbouw breidt zich d.m.v. irrigatie uit. De bodem bevat fosfaat, zink, lood, mangaan, ijzer, tin en kwik. In de steden handwerk: wollen stof, tapijten, leerwaren, metaalwaren. Hoewel de sultan in naam absoluut vorst is, wordt eigenlijke bestuur in de zones uitgeoefend door Fr. en Sp.
Tanger is autonoom, onder toezicht van contröleraad, gevormd door de consuls-generaal van de landen die Verdrag van Algeciras tekenden (1906). Gedurende W.O. II was Tanger door Sp. bezet.
