geregeld bij Besluit van 5 December 1940. Verord. blad No 224/1940 (voorlopig gehandhaafd).
L. is een voorheffing van de inkomstenbelasting*, wordt berekend over het genoten loon (ook: kinderbijslag, gratificaties, ziekengeld, pensioen, wachtgeld) en moet door de werkgever worden ingehouden. Indien de werknemer nog andere inkomsten dan loon geniet of een hoger loon heeft dan ƒ 333 per maand zal steeds een aanslag in de inkomstenbelasting worden opgelegd, waarbij de reeds betaalde L. verrekend wordt.In Belg. geldt het Besluit van 15 Jan. 1948. L. is verschuldigd door de werkgever, die het recht heeft haar van de lonen af te houden zonder verhaal van de verkrijgers. De afhoudingen gedaan in uitvoering van de sociale wetten worden voor de berekening van de aanslagvoet van de bruto-lonen afgetrokken (dit geldt niet voor gratificaties, premiën, voordelen in natura). De aan de bron afgehouden L. wordt door de Administratie geregulariseerd en in mindering gebracht van de definitieve belasting, berekend op totaal van bedrijfsinkomsten.