behoren tot de Bedektzadigen (in tegenstelling tot de naaldbomen, die tot de Naaktzadigen behoren). Na snoeiing of kap lopen de loofhoutsoorten gemakkelijk weer uit.
De meeste verliezen ’s winters de bladeren (uitgezonderd hulst, liguster e.a.). De normale levensduur van L. is groter dan die van naaldbomen. Bekende soorten: beuk, eik, kastanje, iep, berk.