(van Lat. locus, plaats, movere, bewegen), werktuig op rails voor het snel verplaatsen van treinen of trams met stoom of electriciteit als drijfkracht.
Een bijzonderheid van de stoomlocomotief is de zgn. exhaustwerking van de afgewerkte stoom; deze wordt nl. niet gecondenseerd, doch door de exhaust en de schoorsteen naar buiten gedreven, waardoor in de rookkast een vacuum ontstaat, dat de trek op het vuur voor de verbranding veroorzaakt (z verder stoommachine).
Electrische L. worden in toenemende mate gebruikt. Voor benzine-, benzol- en Diesel-electr. tractie z Electr. tractie.