installatie, waarin kalk wordt bereid door verhitting met cokes van calciumcarbonaat (kalksteen, marmer, schelpen), waarbij kooldioxyde ontstaat. De oven is recht-cylindrisch geconstrueerd en heeft in de verbrandingszone een temperatuur tussen 875 gr. en 1300 gr.
C. Na afloop van het proces wordt de kalk (kluitkalk, resp. schelpkalk) aan de onderzijde verwijderd en in water geblust. Een mengsel van het aldus verkregen poeder met zand (eventueel cement) en water vormt de metselspecie, die als kalkmortel bekend is.