(1790-1840), een der grootste industriëlen der 19e eeuw, bewerker van de industriële evolutie in België. Begon in 1816 met zijn broeder James te Seraing fabrieken te bouwen, die zich geleidelijk uitbreidden en ten slotte bestonden uit een machinefabriek, een fabriek voor stoomketels, pletwerken voor plaatijzer en voor spoorstaven, 16 puddelovens, vele vlamovens, een smederij met 80 vuurhaarden, een modelmakerij, 2 steenkoolgroeven, een ertsgroeve enz.
Nog later richtte hij fabrieken op in België en daarbuiten, waarbij o.a. spinnerijen, lakenfabrieken, een glasfabriek en een papierfabriek.