De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 13-06-2020

Indo-China

betekenis & definitie

bestond tot 1946 uit de kolonie Cochin-China en de protectoraten Annam, Cambodja, Tonkin en Laos. 740.400 km2, 26.643.000 inw. Er zijn 3 economische gebieden te onderscheiden:

1. het gebied van Saigon (Cochin-China, Cambodja, Z.-Laos, Z.-Annam) met rijstbouw aan de kust, veeteelt en visserij;
2. het gebied van Haiphong (Tonkin en N.-Annam) met landbouw, mijnbouw en industrie;
3. Centraal Annam (tussen Porte d’Annam en Kaap Varella) met verbouw van kruidnagelen, suiker, thee, maïs en maniok. In Laos belangrijke mineralen: steenkool, zink, tin, mangaan.

De belangrijkste uitvoerproducten van Indo-China zijn rubber, rijst, huiden en vis. Na W.O. II verenigden Tonkin, Annam en Cochin-China zich in de Republiek Viet-Nam, hoofdstad Hanoi. Deze republiek kwam in conflict met Frankrijk, dat Cochin-China bezette. Cambodja en Laos sloten met Frankrijk een overeenkomst. De Franse Hoge Commissaris zetelt in Saigon.

< >