installatie waarin uit ijzererts het ruwe ijzer verkregen wordt. Bij de ijzerbereiding moeten de ertsen eerst gescheiden worden van alle ongewenste bestanddelen.
Dikwijls moeten zij daarvoor eerst gewassen, gebroken en soms ook geroost (verhit) worden. Na deze voorbewerkingen wordt het erts verder in de H. verwerkt. Als brandstof gebruikt men in de H. cokes. Ter versnelling van het smeltproces wordt verhitte lucht in de H. geblazen. De toeslag. Het begeleidende gesteente van de ertsen en de as van de brandstof moeten uit de oven verwijderd worden, wat slechts kan geschieden als zij in vloeibare toestand verkeren.
Daarvoor brengt men in de oven een „toeslag”, veelal bestaande uit kalksteen of kwarts. Sommige ertsen vereisen niet minder dan 40 % van hun gewicht aan toeslag. De gevormde slak drijft op het vloeibare ijzer en beschermt dit tegen verbranding door inblaaslucht. De H., die opgemetseld is van vuurvaste steen, heeft een schachttoren met daaronder een cylinder die men haard noemt. De bovenste kegel heet schacht, de onderste de rust, het wijdste gedeelte tussen schacht en rust kolenzak. De temperaturen daarin zijn (van boven naar beneden): onder de vulopening 300°, in de schacht 750°, in de kolenzak 1000o, in rust en haard 1600o C.
De hoogte van de cokes-H, is 30-35 m. De optredende temperaturen maken het noodzakelijk de wanden van haard en rust af te koelen, hetgeen geschiedt door ingemetselde koelstukken met doorstromend water.Tijdens het smeltproces druppelt het gesmolten ijzer uit de massa omlaag en wordt uit een opening ter hoogte van de bodem na 4 46 uur afgetapt. Een H. is soms jaren achtereen voortdurend in bedrijf; de gemiddelde productie bedraagt ongeveer 400 ton per 24 uur. Met inbegrip van cokes en toeslag bedraagt het gemiddelde dagverbruik aan grondstoffen 1200 ton, zodat het transport van grondstoffen en producten een belangrijk onderdeel van het hoogovenbedrijf vormt.
Het uit de H. ontwijkende gas wordt niet alleen gebezigd voor het stoken der luchtverhitters door middel van branders, doch ook voor gasmotoren (o.a. gekoppeld aan compressoren, die de lucht naar de H. persen) en voor het verhitten van het materiaal: strippen, platen, blokken etc. in de ovens van de walserijen.