De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 07-06-2020

Hendrikus Colijn

betekenis & definitie

(1869-1944), Ned. staatsman, leider der Anti-Revol. Partij.

Vertrok 1892 als 2e luitenant naar Ned. Indië, streed op Lombok (1894) en Atjeh (1895), en werd 1901 adjudant van generaal J. B. van Heutsz en diens medewerker bij de pacificatie van Atjeh.In 1909 lid der Tweede Kamer, 1911-1913 min. van Oorlog: reorganiseerde het Nederl. leger. (Militiewet 1911, Landstormwet 1913, Landweerwet 1913). 1913-1921 Directeur der Bataafsche Petroleum Maatschappij. Volgde 1922 Dr A. Kuyper op als leider der A.R. Partij, 1923 min. van Financiën. Min. Pres. 1925-1926,1933-1935.1935-1937.

1937-1939. Juli-Aug. 1939. Trad speciaal op als bezuinigingsminister ; zijn „aanpassingspolitiek” vond vooral ter radicale linkerzijde felle bestrijding. Ook internationaal gezaghebbende figuur: o.a. Voorz. van de conferentie tot afschaffing van in- en uitvoerverboden (1927). In Wereldoorlog II door de Duitsers geïnterneerd; stierf in Duitsland.

< >