toestel voor het meten van de stroomsnelheid van rivieren. Men onderscheidt daarbij:
(a) drijvers, welke zich verplaatsen met de snelheid van het stromende water;
(b) instrumenten welke stilstaan, de zgn. hydrometrische instrumenten.
Van eerstgenoemde categorie is te noemen de boldrijver, een holle, houten bol voorzien van een hals, waarin een vlaggetje. In de bol wordt zoveel ballast aangebracht, dat alleen de hals boven water steekt. Uit de afgelegde afstand en de hiervoor benodigde tijd wordt de stroomsnelheid berekend. De sub (b) genoemde apparaten zijn voorzien van, aan een as bevestigde, schoepen en van een stang, die in de bodem wordt geplant. De stroom doet de schoepen draaien en door middel van een electrische installatie met een belsignaal kan de snelheid van het water berekend worden.