De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 07-06-2020

Evertsen

betekenis & definitie

Zeeuws geslacht van zeehelden uit de 17e eeuw:

(1) Johan, 1600 kapitein, streed tegen de Spanjaarden, sneuvelt 1617 tegen Franse kapers;

(2) Johan (1600-1666), 1637 vice-admiraal, 1664 luit.-adm. van Jacques Collaert, vlootvoogd der Duinkerkers, streed 1639 onder Tromp bij Duins. Commandeerde 1659 het Zeeuwse eskader, dat Denemarken bijstond tegen Zweden. Na de nederlaag van Van Wassenaar-Obdam in 1665 bij Lowestoft door de verbitterde menigte mishandeld en in het water geworpen; verkreeg van de krijgsraad volledig eerherstel. Sneuvelde Aug. 1666 in de slag bij N. Foreland;

(3) Evert (1603-1625), sneuvelde voor Grevelingen;

(4) Pieter (1606-1625), sneuvelde tegen de Duinkerkers;

(5) Geleyn (1607-1627), sneuvelde in een gevecht tegen een Portugees galjoen;

(6) Cornelis (16101666), jongste broer van Johan, „de Oude” genoemd. 1664 vice-admiraal, 1665 luit.-adm., als opvolger van Johan. Onderscheidde-zich o.a. 1639 bij Duins en iö53in de Driedaagse Zeeslag. Sneuvelde in de 4-daagse zeeslag (Juni 1666);

(7) Cornelis, de Jongste (16421706), zoon van de voorgaande. 1665 kapitein van een kaper. Werd door de Engelsen gevangen genomen daar zijn bemanning hem belette de lont in het kruit te werpen. 1679 vice-admiraal, 1684 luit.-admiraal. Redde in 1690 bij Bevesier de Nederl. vloot van de ondergang. Het scheepsvolk noemde hem wegens zijn opvliegendheid „Keesje de Duivel”.

< >