(Gr., het gezegde) of Heldenlied, een omvangrijk dichtwerk, dat de doden van een roemrijk voorgeslacht behandelt, dat overwegend tot het gebied der sage* is gaan behoren, en dat men als heldentijdperk aanduidt. Werkelijke historische gebeurtenissen liggen er meestal aan ten grondslag.
De hoofdpersonen zijn uitgegroeid tot heroïsche gestalten, terwijl bovendien de goddelijke machten meermalen in het verloop der gebeurtenissen ingrijpen. De oudste verschijningsvorm in het avondland is het heldenepos in hexameters bij Homerus (Ilias, Odysssee, ± 800 v.C. ?); daarna vindt men het E. in het Hellenisme en vooral bij de Lat. schrijvers met als hoogtepunt Vergilius’ Aeneis. In de Middeleeuwen kwamen bij de heldenstof ook gegevens uit sagenkring (Eada, Beowulf, Hildebrand, Nibelungenlied, de Franse chansons de geste met het Roelandslied), religie en filosofie (Dante's Goddelijke Comedie), de riddermaterie (Ariosto's Razende Roeland, Tasso’s Bevrijd Jeruzalem), voorts sprookjes (Spenser’s Fairie Queene), bijbels (Milton’s Paradise Lost). Men heeft voorts het typisch historische, het komische en het heroëkomische E.
