(1), de organen die tot krachtoverbrenging geschakeld worden tussen een krachtwerktuig en een niet direct daardoor aangedreven arbeidswerktuig, zoals één of meer rechte assen, lopende in lagers en voorzien van riemschijven, ketting of tandwielen*. Bij lange afstanden kunnen de assen gekoppeld worden, hetzij stijf, hetzij beweeglijk.
Bij auto’s wordt de kracht van de motor van de versnellingsbak* of via een cardanas naar het differentieel overgebracht. Over de schijven van gewoon drijfwerk lopen riemen van leer, katoen, zijde, balata enz. en soms snaren. Bij kettingoverbrenging wordt veelal de gewone rolketting gebruikt, soms de geruisloze ketting;(2) het aanbrengen van versieringen op metalen voorwerpen (goud, zilver, koper, messing, ijzer) door ze er in te drijven met behulp van houten hamers of drijfhamers.
