(Dividendstop), regeling, ingevoerd bij Besluit op de D. van 15 Aug. 1941 (S. no. S. 750A).
Bepaalt, dat vennootschappen geen hoger dividend mogen uitkeren dan 6 pct (thans 9 pct); alleen als in 1939 hoger dividend werd uitgekeerd, dan mag onder werking van genoemd besluit ook hoger percentage worden uitgekeerd. Over uitkeringen boven 6 (thans 9) pct wordt extra heffing, superdividendbelasting, geheven. Vennootschappen met grote reserves mochten hieruit haar kapitaal verhogen, door bonus-aandelen aan de aandeelhouders ter beschikking te stellen. Hierover zou voor één maal geen dividend-, inkomsten- of vennootschapsbelasting worden geheven, maar een speciale herkapitalisatiebelasting.In Blg. werd D. ingevoerd bij besluit van de Secretaris-Generaal van Financiën dd. 14-10-1941. Dit besluit bepaalde:
1° dat de N.V. en Commanditaire Vennootschappen op aandelen de uit te keren dividenden zouden beperken tot 6 pct van het bedrag gevormd door het maatschappelijk kapitaal + de reserves, en dat de tantièmes der beheerders en commissarissen worden beperkt tot 2 pct der bovengenoemde som;
2° dat alle winsten die 8 pct van het kapitaal en de reserves overtroffen, dienden belegd te worden in Staatsfondsen.
Dit besluit werd afgeschaft in 1945.