geschiedt hoofdzakelijk in D.-slijperijen en bestaat achtereenvolgens uit het kloven, het snijden en het slijpen. Bij het kloven wordt rekening gehouden met de omstandigheid, dat de diamant langs bepaalde vlakken een maximum van splijtbaarheid bezit; het is echter grotendeels door het meer economische „zagen” vervangen.
Bij het snijden krijgt de diamant zijn grondvorm, deze bewerking geschiedt tegenwoordig bij voorkeur machinaal. Het slijpen geschiedt op een snel draaiende king; brillanten schijf, voorzien van met olie aangemengd diamantpoeder. Amsterdam, Antwerpen, Parijs en Londen zijn centra voor de D.