(1), overeenkomst, waarbij vesting of legermacht al dan niet voorwaardehjk aan de vijand wordt overgegeven;
(2) Verdrag tussen meer ontwikkelde, meest Europese, mogendheid en Oosterse staat, waarbij onderdanen van eerstgenoemde onttrokken werden aan het inheemse recht. Ook kregen zij eigen rechtspraak, meestal uitgeoefend door consuls van hun eigen land, en werden zij van de meeste locale belastingen vrijgesteld. In Egypte bestonden C. al in 12e eeuw. In Turkije kwam de eerste tot stand in 1535 ten gunste van Frankrijk, in 1612 ten gunste van Ned. Verder bestonden C. in Marokko, Oman, Saoedi-Arabié, Yemen, Abessinië, China en andere landen. In ververschillende landen verdwenen zij, doordat deze onder heerschappij van Europese mogendheden kwamen (bv.
Algiers, Marokko) of onder mandaat van de Volkenbond (Syrië, de Libanon). In de Europese gebieden van het Turkse Rijk werden de C. door de nationale regeringen, die na de afschudding van het gezag der Porte ontstonden (zo in Servië, Roemenië en Bulgarije), na korter of langer tijd ter zijde gesteld. In de andere landen werden zij, toen de rechtspraak het Europese peil meer begon te naderen, als een ondraaglijke last op de souvereiniteit gevoeld en werd door de regeringen steeds sterker op afschaffing aangedrongen. Bij de Vrede van Lausanne (1923) vervielen zij voor Turkije. Voor Egypte werd tot afschaffing besloten op conferentie te Montreux (1937), met overgangsperiode tot 14 October 1949. China ging in de jaren 19261930 tot eigenmachtige afschaffing over, waarbij de mogendheden zich onder protest hebben neergelegd.
Na W.O. II hebben de met China geallieerde landen formeel afstand gedaan van alle rechten op C. In de Zuid-Arabische landen bestaan zij nog steeds.
(3) Verkiezingscapitulaties, overeenkomsten tussen kiezers en candidaten, waarbij de laatsten bepaalde beloften doen voor het geval zij gekozen worden, kwamen voor bij verkiezingen zowel voor wereldlijke als voor kerkelijke ambten. Aan de C. bij bisschopsverkiezingen hebben de kapittels van domheren, enz. hun ontstaan te danken. Sedert Karel V waren keizers van het Heilige Roomse Rijk aan C. gebonden. In Polen was de koninklijke macht door C. geheel uitgehold.