De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 07-06-2020

Arbeidsgeschil

betekenis & definitie

massaal georganiseerd conflict tussen werknemers en werkgever(s) over vaststelling van arbeidsvoorwaarden, zich vaak uitend in een staking van de zijde der arbeiders of een uitsluiting van de zijde der werkgevers. Economische schade, hierdoor aangericht, brengt Overheid veelal tot ingrijpen.

In sommige landen (N.-Zeeland, Duitsland, Italië) werden stakingen geheel verboden. In Ned. bevat Arbeidsgeschillenwet 1923 (S. 182) bepalingen voor voorkoming en vreedzame bij legging van A. Zij stelde 4 regionale Rijksbemiddelaars in, bij Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 vervangen door Rijksbemiddelaars met taakverdeling naar bedrijfstakken. Op verzoek van partijen of Burgemeester kunnen zij in A. tussenbeide komen. Zij kunnen partijen adviseren, gebruik te maken van een bijzondere bemiddelaar of van arbitrage. Bij ernstige A. kan Min. van Sociale Zaken enquête instellen. Stakingen van ambtenaren en spoorwegpersoneel zijn bij wet van 11 April 1903 (S. 101) verboden (artt. 358bis-358quater Sw.).(België). Bij K.B. van 5 Mei 1926, gewijzigd bij Besluit van 25 Nov. 1926, werd de oprichting voorzien van scheids- en verzoeningsraden, samengesteld uit vertegenwoordigers der werkgevers en werknemers, ten einde het beslechten der collectieve arbeidsgeschillen mogelijk te maken. De rol van die raden werd later overgenomen door de paritaire comité’s (besluitwet van 9 Juni 1945) en door het Besluit van de Regent van 15 Oct. 1945. Een wet van 19 Aug. 1948 verzekert sommige prestaties van algemeen belang in geval van staking.

< >