Staatsvorm: keizerrijk
Staatshoofd: Haile Selassié I (sedert 1930)
Oppervlakte: 1.102.000 km2
Bevolking: ca 10 mill. inw.
Vlag: groen-geel-rood (horiz.)
Wapen: leeuw v. Juda met geselstokken en doornenkroon
Hoofdstad: Addis-Abeba (ca 150.000 inw.)
Munteenheid: o.a. Aethiopische daalder
Godsdienst: overweg. Jakobietisch (Christen)
(Ar.: Habesj, volksmassa), onafhankelijk keizerrijk in N.O. Afrika, valt ongeveer samen met antiek Aethiopië; is geheel hoogland met grillige bergtoppen en tafelvormige formaties. Vulkanische aard bepaalt het geologisch bestel; vele hete bronnen. Voorn, rivier: Abai (bovenloop van de Blauwe Nijl), die afwatering is van het Tsana-meer (2980 km2). Rivieren met sterk verval en veel versnellingen zijn meest onbevaarbaar. Klimaat: tot 1700 m zeer heet, vruchtb., vele wilde dieren; 1700-2400 m aangenaam, met Europ. gewassen en vee; boven 3000 m nachtvorsten.
De landbouw is zeer primitief, de industrie haast alleen handnijverheid. Delfstoffen: goud, koper, ijzer, steen- en bruinkool, zwavel, wellicht petroleum. Uitvoer: huiden, koffie. Handel grotendeels over de Fr. haven Dsjiboetiin Somali (spoorw.). Het wegennet is sinds 1936 zeer verbeterd. Bevolking: de Agau (oorspr. bewoners), Amharen (ca 2 mill., voornaamste taal en heersend ras), Tigré’s (oorspr.
Semieten), Galla’s (uit Z.W. binnengekomen), Somalïs (Moh.), Sjono’s, Sjankala’s (negers). De bevolking is weinig beschaafd, leeft meest ellendig, is verdeeld in hoge en lage adel en burgers. Er zijn 12 provincies. Geldwezen: vrij verward: vroeger Maria-Theresiadaalder, nu Aethiop. daalder voornaamste betaalmiddel. Godsdienst: overwegend Jakobieten (monofysietisch Christendom met veel vreemde elementen), bisschoppen (aboena's) onder leiding van patriarch der Koptische Kerk te Alexandrië; voorts Moh., Joden. Geschiedenis.
In ie-7e eeuw n.C. bestond in A. het rijk Anskoema. In 16e eeuw komen Portug.; A. bestond toen uit los samenhangende staatj es. Midden 19e eeuw tracht Lidj Kassa (uit Amhara) alleenheerser te worden, noemt zich 1853 negus nagast (koning der koningen) Theodorus; ook Kassai (uit Tigré) noemt zich negus nagast (Johannes). Menelik (uit Sjoa) wint het pleit (1889), sluit vriendschap met Italië; als dit protectoraat over A. nastreeft lijdt het 1896 zware nederlaag bij Adoea. In 1928 komt ras (vorst) Tafari door staatsgreep aan de macht (keizer Haile Selassié I). Na grensincident (1934) verovert It. (onder De Bono, Graziani, Badoglio) heel A. (1936), dat met Eritrea en Somaliland ,,It.
O. Afr.” wordt. In W.O. II dwingen de Britten de It. tot overgave (1941); Haile Selassié keert 1945 terug, maakt nu aanspraak op aangrenzende ex-It. koloniën.