Kunstgeschiedenis

Amsterdam Boek (1959)

Gepubliceerd op 27-01-2022

rococo – Frankrijk - plastiek

betekenis & definitie

ROCOCO: FRANKRIJK: PLASTIEK

De Franse plastiek heeft in de loop van de achttiende eeuw weinig merkwaardigs toegevoegd aan het artistieke totaalbeeld van de tijd. In het eerste kwart van de eeuw en nog iets later werkten de broeders Coustau, Nicolas (1658-1733) en Guillaume (16771746), meesters vooral van de decoratieve tuinsculptuur. Tot de Louis-Quinze-tijd behoort de portrettist Jean-Baptiste Lemoyne (1704-1778). Edme Bouchardon (1698-1762) vervaardigde in Parijs de Fontaine de Grenelle met haar gevarieerde beelden- en reliëfversiering en het ruitergedenkteken voor Lodewijk XV in antieke wapenrusting, dat tot aan de revolutie midden op de Place de la Concorde heeft gestaan. In de loop van de vijftiger jaren begonnen twee nagenoeg even oude meesters hun werk, Jean-Baptiste Pigalle (1714-1785) en Etienne-Maurice Falconet (1716-1791). Pigalle schiep onder andere het rijk bewogen, door allegorische figuren en trofeeën omringde praalgraf voor Maurits van Saksen in de Thomaskerk van Straatsburg (voltooid 1772). Falconet, in 1766 naar Petersburg geroepen, kreeg daar het ruitermonument voor Peter de Grote uit te voeren. Tot de meesters van omstreeks de eeuwwisseling behoren o.a. Augustin Pajou (1730-1809) met zijn zeer levendige buste van de gravin Du Barry en de productiefste beeldhouwer van deze generatie, Jean Antoine Houdon (1741-1828). Reeds vóór de revolutie had Houdon verscheidene voortreffelijke beeltenissen vervaardigd van beroemde persoonlijkheden, waaronder enkele van Voltaire.

door Prof. Dr. M. Wackernagel.