Kunstgeschiedenis

Amsterdam Boek (1959)

Gepubliceerd op 27-01-2022

oude steentijd - palaeolithicum – Europa - inleiding

betekenis & definitie

DE PREHISTORIE VAN EUROPA: DE OUDE STEENTIJD: INLEIDING

Voorhistorische kunst is de oudste kunst die bestaat. Het zal ons echter nooit vergund zijn door te dringen tot wat werkelijk de eerste kunstproducten zijn geweest; wat in onze handen is gekomen is niet meer begin, maar reeds resultaat, resultaat van een ontwikkeling van volkomen onbepaalde duur. Voorhistorische kunst is geen aanhangsel van de cultuur, dat even goed gemist zou kunnen worden, maar een essentieel cultuurbestanddeel. Ze werd niet bewust geschapen, ze ontstond omdat ze moest ontstaan. Voor de voorhistorische perioden kan dus ook geen onderscheid worden gemaakt tussen vrije en toegepaste kunst of kunsthandwerk; alles is toegepast en op het doel afgestemd, van het kleinste gebruiksvoorwerp af tot de ornamentele wandschildering toe; alles staat onder de ban van religieuze voorstellingen. Zelfs de Griekse kunst heeft zich pas in haar hellenistische periode daarvan losgemaakt en dan nog slechts gedeeltelijk.

De mensen van de oudste steentijd leefden in de cultuurfase van het verzamelen, die het sprekendst wordt getypeerd door de jacht. Hun innige vertrouwdheid met de natuur en hun scherpe waarneming, vooral van de dieren waarvan ze leefden, bepaalden inhoud en vorm van hun artistieke prestaties. De stijl van een kunst op deze grondslag kan niet anders zijn dan naturalisme. De kunst van de oude steentijd kent in feite slechts twee motieven, de polen, waaromheen de hele gedachtenwereld van deze mensen draaide, namelijk het jachtwild en de vrouw. Zij stelden die voor - niet om zich te verheugen over de geslaagde afbeelding, maar om er bezitsmacht over te krijgen. De kunstwerken van deze tijd kunnen slechts begrepen worden als instrumenten van de beeldmagie, voortgekomen uit de bij primitieven nog steeds bestaande opvatting, dat het bezit van het beeld macht verleent over het uitgebeelde object. Niettemin mag de kunst van de oude steentijd niet voor grof materialistisch worden uitgemaakt; met het realisme van haar vormentaal, dat cultuurpsychologisch zo vanzelfsprekend is, gaat gepaard een verbazingwekkend hoge mate van vergeestelijking.

Wij kennen geen enkel werk van natuurlijke grootte. Vele Afrikaanse inboorlingen uit onze tijd zien een afbeelding van verkleind formaat niet als een weergave van de werkelijkheid; de mensen van de oude steentijd hebben deze eerste stap van de artistieke abstrahering reeds achter de rug; ook de projectie van een driedimensionaal motief op het twee-dimensionale vlak heeft zich - zij het dan aanmerkelijk later reeds op deze trap van de menselijke cultuur voltrokken. Bovendien is een volgende stap gezet: het tekenen in één kleur, met afzien van de veelkleurigheid van het natuurvoorbeeld. De oude steentijd kent alle genres van de beeldende kunst: vrijstaand beeld (plastiek of sculptuur), reliëf, tekening en schildering in kleuren. De theorie omtrent hun chronologische opeenvolging wordt evenwel slechts op dit ene punt bevestigd, dat het vrijstaande beeld, als de kunstvorm die van kunstenaar en beschouwer de geringste mate van abstrahering vergt, inderdaad het begin vormt.

door Prof. Dr. Fr. Behn.

< >