Kunstgeschiedenis

Amsterdam Boek (1959)

Gepubliceerd op 27-01-2022

oostaziatische kunst – China – decentralisatie

betekenis & definitie

OOSTAZIATISCHE KUNST: DECENTRALISATIE IN CHINA

In het jaar 208 n. Chr. was door de zeeslag bij de Rode Wand in de middenloop van de Jangste beslist over het lot van de Handynastie. De eenheidsstaat, die vierhonderd jaar had bestaan en dus lang genoeg om als voorbeeld nooit te worden vergeten, viel uiteen in drie keizerrijken en ook die keizerrijken losten na vijftig jaar weer op. Een grote dynastie maakte toen aanspraak op de alleenheerschappij, maar ze was niet bij machte haar souvereiniteit op te dringen aan de machthebbers in de provincies, die zestien ’illegitieme’, de facto onafhankelijke dynastieën vormden.

Een tijdlang was het rijk in tweeën gespleten, het noorden, waar Turks-Mongoolse veroveraars heersten onder de naam van een Wei-dynastie, en het zuiden, in welks hoofdstad Nanking zes zogenaamde ’legitieme’ dynastieën elkander opvolgden.

Pas in 589 werd het rijk weer verenigd en na 630 vocht het zich vrij onder de inmiddels aan de macht gekomen T’ang-dynastie en breidde het zich naar alle kanten uit. Van 630 tot 750 beleefde China politiek en artistiek een climax. Het grensde aan Perzië en was een wereldrijk, waarvan de naam in heel Azië ontzag

inboezemde. In 751 verloren de T’ang een slag tegen de Mohammedanen, die tot aan Samarkand waren opgedrongen en na deze nederlaag ging het met China gedurig bergafwaarts; tweehonderd jaar had het nodig om zich te herstellen. Uit de overmaat aan verwarrende namen en gebeurtenissen kan moeilijk worden gereconstrueerd wat er werkelijk gebeurde in deze tijd en over de kunst weten we zo goed als niets. De twee eeuwen tussen 250 en 450 n. Chr. vormen voor ons de duisterste tijd in de Chinese kunstgeschiedenis. Niet vergeten mag worden, dat in China pas kort systematisch wordt opgegraven; de hoop lijkt gewettigd dat de resultaten de leemte zullen opvullen. Ongetwijfeld zijn er in die tijd grote kunstenaars geweest; daarop wijzen ook de namen van beroemde schilders, als bijvoorbeeld Wang-Hsi-Chi (321-379) of Ku K’ai-chih (omstreeks 346-406). Van Ku K’ai-chih zijn

zelfs verscheidene kopieën bekend met enige documentaire waarde naar twee van zijn rolschilderingen.

door Prof. Dr. W. Speiser.