Kunstgeschiedenis

Amsterdam Boek (1959)

Gepubliceerd op 27-01-2022

Oceaniërs – Oceanië - Nieuw Zeeland

betekenis & definitie

DE KUNST DER OCEANIËRS: NIEUW ZEELAND

Nieuw Zeeland, het dubbele eiland in het zuidwesten van Polynesië, onderscheidt zich technisch en artistiek van het overige Polynesië en sluit aan bij Melanesië. Ook hier doet zich het geval voor, dat in Oceanië een eilandengroep een eigen stijl ontwikkelde zonder relaties tot de stijl van de andere groepen. De kunststijl is slechts uit de verte verwant aan die van de Nieuw-Brittannia-archipel en Nieuw Caledonië. Hij wordt gekenmerkt door het overwoekeren van de spiraalornamenten en verder zijn alle vlakken altijd overdekt door ornamenten. Op dezelfde manier als op

Nieuw Ierland, maar hier geschilderd, doorbreken die decoraties de gesloten vormen. Algemeen wordt aangenomen dat Nieuw Zeeland een Melanesische voorbevolking heeft gehad, die echter tamelijk primitief moet zijn geweest. Ondanks het uitgesproken Polynesische karakter van de geestelijke cultuur van de Maori is

hun techniek in wezen Melanesisch.

De ornamentiek van Nieuw Zeeland stemt overeen met de Melanesische door de megalitische spiralen en onvolledige meanders. Karakteristiek voor de snijkunst van Nieuw Zeeland zijn tegenover elkaar geplaatste demonen met vogelkoppen. Hetzelfde motief, alleen niet zo kunstzinnig uitgewerkt, komt voor op het Paaseiland. De hele gesneden figuur wordt overtrokken met ornamentiek en de plaatsen van de gewrichten vertonen steeds de Röntgenweergave van de dwarsdoorsnede van het gewricht doof een oogornament.

De overwinningen van de grote stamhoofden werden vereeuwigd door speciale gedenktekenen in vrijstaande plastiek. Ieder voorwerp werd voorzien van ornamenten en snijwerk. De hoosvaten voor de boten, met hun besneden grepen, zijn evenals de houten knotsen overdekt met ornamentiek. De tatoeage van het gezicht van de dorpshoofden was zeer kunstzinnig. Het gehele gelaat werd overdekt met spiraalornamenten. Bij vrouwen werden alleen de bovenlip en de kin getatoeëerd. Een getatoeëerd af gehouwen hoofd van een vijandige aanvoerder was in gerookte staat een gewaardeerde trofé en in latere tijd een handelsartikel, waarvoor bij de Europeanen veel vraag bestond. Vandaar dat de stamhoofden slaven lieten tatoeëren om hun afgehouwen hoofden te kunnen verkopen.

Superieur was de techniek van de steenbewerking op Nieuw Zeeland. Er werden vooral korte slagknotsen vervaardigd uit steen, die gemakkelijk in platen brak. Behalve basalt was ook een mooie nefrietsoort een gezocht materiaal. Deze typische knotsvormen met greepknop zijn, volkomen identiek, aan de westkust van Amerika aangetroffen en hier en daar ook in Argentinië, in de nabijheid van de Atlantische Oceaan. Niet de technisch geperfectioneerde stenen knotsen van Nieuw Zeeland, maar wel die van de Maori op de Chatham-eilanden zijn nauw verwant aan de

platte stenen knotsen uit de neolitische tijd van Ierland.

Kleine mensfiguurtjes uit nefriet, tiki geheten, fungeerden als borstsieraad: caricaturen met een opzij gewend vierhoekig hoofd, met brede scheve mond en naar buiten hangende tong. Ze gingen voor zo kostbaar door. dat ze aan een gestorvene werden ontnomen om aan zijn erfgenaam te worden gegeven. De handen van

deze figuren hebben altijd slechts drie of vier vingers. Dit is karakteristiek voor de Nieuwzeelandse kunst. Nooit hebben de menselijke figuren meer dan vier vingers; het gezicht is altijd caricaturaal en de tong steekt naar buiten. In het gevecht steken

de Maori de tong uit; deze figuurtjes schijnen dus schrik te moeten inboezemen. Een tweede bijzetting was gebruikelijk; pas nadat het vlees was afgevallen werden de beenderen definitief begraven. De houten doodkisten hebben een schildpadvorm en het deksel is, zoals steeds, met ornamenten overdekt. De tiki hadden eigennamen.

Elke stam had een centraal heiligdom, dat marae heette, een megalitisch terras, dat bij alle Polynesiërs voorkomt en ook bij vele Melanesiërs en Micronesiërs. Het is duidelijk, dat hier ook verbanden liggen met de megalitische cultuur van Zuidoost-Aziëen Zuidwest-Azië en van Indonesië. Een merkwaardig wapen van de Nieuwzeelanders was de slingerstrik voor het slingeren van de speren; Nieuw Zeeland heeft dit genre gemeen met Nieuw Caledonië. Inplaats van baststof werd voor de kleding mattenvlechtsel toegepast; het Nieuw Zeelandse vlas leverde het materiaal. Deze matten werden in fraaie ornamenten in verschillende kleuren vervaardigd; vaak werden hondeharen en veren ingeknoopt, maaide hoogontwikkelde vormen van de verenmozaïek van Hawaï ontbreken.

door Prof. Dr. D. J. Wolfel.