Kunstgeschiedenis

Amsterdam Boek (1959)

Gepubliceerd op 27-01-2022

Oceaniërs - Oceanië - Australië

betekenis & definitie

DE KUNST DER OCEANIËRS: AUSTRALIË

We kennen tegenwoordig rotsschilderingen in grotten en op overhangende rotsen aan de noordkusten van Australië; ze hebben hun parallellen in de andere werelddelen. Aan de schildertechniek en de expressiviteit is duidelijk te zien, dat de kunstenaars in Australië niet volgens een traditie konden werken en ook, dat ze niet bijzonder vaardig waren. Ze maakten onder andere negatiefbeelden van handen zoals die ook elders voorkomen, door de op het rotsvlak gelegde hand te overstrijken met verf; verder schilderden ze gezichten, zeer simpel van opzet, met een kleurig

aureool er om heen. In het noordwesten van Australië werden technisch ruwe parallellen vervaardigd van de sierlijke dansscepters van de Nieuw-Brittannia-archipel.

Op een hoger niveau stonden enkele rotsschilderingen in het westen van het New Kimberley-gebied, die tot in de tegenwoordige tijd een functie hadden in de cultus. Een reusachtige figuur met vogelkop op het Lambert-schiereiland wordt door de inheemsen uitgelegd als een soort cultuurheros. De kleuren zijn wit, rood, zwart en de omtreklijnen worden gevormd door brede, diepe voren, die werden gemaakt door losstaande geklopte punten met elkaar te verbinden. Op sommige zijn hele taferelen uitgebeeld, o.a. de jacht op kangaroes of emoes en ook mythen. De mythische

wezens hebben doorgaans geen mond (omdat het regengeesten zijn, wondjina’s) en slechts vier of drie vingers (men vergelijke het snijwerk van Nieuw-Zeeland).

Hun artistieke aspiraties konden de Australiërs uitleven op de bodenstaven en de zogenaamde tjurunga’s, die overdekt werden met tekeningen en ornamenten. De bodenstaven vormen een soort schriftelijke mededeling. Ver verwijderde groepen mensen, aan wie de bodenstaven door de boden werden overgebracht, kregen op deze manier berichten. De tekens hadden stuk voor stuk hun concrete waarde, die door de traditie was vastgelegd, en aangezien deze tekens in ver verwijderde streken der aarde in dezelfde vorm terugkeren moeten wij daarin vroege fasen zien

van de schriftontwikkeling, die aan de randen der bewoonde aarde zijn blijven hangen.

De tjurunga’s hebben een voorname functie in de totemistische ceremonieën en voorstellingen; het zijn platen hout of steen en ze zijn bedekt met geometrische tekeningen, meestal spiralen, concentrische cirkels en dergelijke. Deze voorstellingen zijn niet bepaald kunstzinnig; hun objecten zijn altijd bepaalde personen, die met de magische voorstellingen nauw verbonden zijn. Zuivere rondplastiek in hout komt voor in noordoost-Arnhemland; boomstammen worden daar ruw tot voorouder- of geestenbeelden gesneden en dan gebruikt in de cultus.

Verder leveren de Australiërs merkwaardige prestaties in het costumeren van hun eigen lichaam en in de opvoeringen van hun ceremonieën. Zij kennen geen gesneden maskers; door zich te beschilderen, door zich te beplakken met bonte veren en door fantastische hoofdtooi veranderen de opvoerenden zich in de

voorgestelde mythische wezens. De opvoeringen verlopen voor een deel volgens een strenge traditie, maar toch blijft er gelegenheid voor grote variatie; de ’regisseurs’ kunnen persoonlijke vondsten uitwerken en als hun variant in de smaak valt bestaat de mogelijkheid van verbreiding van stam tot stam.

De geometrische tekeningen van tjurunga’s en de mededehngentekens van bodenstaven worden ook ingehakt in het hout van bomen, waarvan op de betreffende plaats de bast verwijderd is. Pas daarna wordt de besneden plek van de levende boom los gemaakt, want de tjurunga moet ’leven’. Tjurunga’s dienen als symbolen voor voorouders, als snorhouten met een gat aan een smalle kant en als geheugensteunen. Op krijgsschilden, uit de levende boom gesneden, worden zeer fraaie geometrische patronen aangebracht. Van de stammen van het zuidoosten, die deze werkstukken maakten, zijn enkele er toe overgegaan ook bastschilderingen te vervaardigen, maar hier hebben Europese beinvloeding en een complete reissouvenirindustrie stellig de doorslag gegeven.

Zo moeten voor een deel ook de boombastschilderingen worden beschouwd van de inheemsen van Arnhemland, vooral in hun tegenwoordige versie, al zijn dan het materiaal en de techniek oudinheems. Van levende bomen worden platen schors losgemaakt, gepolijst en bewerkt. De Kakadu-stam in het noordelijk territoir heeft zich gespecialiseerd op dit kunstgenre. De beschildering werkt gedeeltelijk met geometrische patronen. De kleuren zijn rood, wit en zwart en ze worden aangewreven met kleverige plantesappen. De voltooide schilderingen worden ook gevernist. In Australië kan wat oorspronkelijk is moeilijk worden afgegrensd van wat Europees is beïnvloed, maar toch blijkt het, dat onder de zogenaamd primitieve Australische inheemsen zich begaafde kunstenaarspersoonlijkheden kunnen ontwikkelen, die technische vernieuwingen bedenken en uitvoeren. Interessant is het voorbeeld van de inheemse vrouw in Oost-Australië, die geïnspireerd door het vinden van plastisch vormbaar leem figuren begon te boetseren.

Deze uiteenzetting zou de indruk kunnen wekken, dat de mensen van het Australide ras niet artistiek begaafd zouden zijn. Er is echter eerder sprake van technische onderontwikkeling dan van een gebrek aan fantasie; dit blijkt o.a. bij de theateropvoeringen van de ceremonieën. Ook in andere eilandengebieden van de

Zuidzee, bestaat de bevolking voor een groot deel uit het Australide ras, bijv. Nieuw-Caledonië, en dit eiland onderscheidt zich door een superieure snijkunst en steensculpturen. In dit verband kan erop worden gewezen, dat de als typisch Australisch beschouwde boemerang ook op de Nieuwe Hebriden voorkomt, in

gebieden met een overwegend Australide rassenmenging en met hoogontwikkelde techniek en snijkunst.

door Prof. Dr. D. J. Wolfel.