Kunstgeschiedenis

Amsterdam Boek (1959)

Gepubliceerd op 27-01-2022

Kubisme

betekenis & definitie

Revolutionaire beweging in de moderne kunst, in 1907 begonnen, te verdelen in drie perioden:

1) een geometrische: schilders en beeldhouwers willen de geometrische vorm en structuur blootleggen die schuilgaat achter het uiterlijk oppervlak van de dingen,
2) een analytische: de vaste vormen worden gebroken en ontleed in facetten,
3) een synthetische: de werkelijkheid wordt hersteld. Er wordt gespeeld met de elementen der compositie, als kleur, vlak, lijn. Tot de kunstenaars die in kubistische trant hebben gewerkt, behoren de schilders Picasso, Gris, Le Fauconnier, Léger, Braque en Villon, en de Nederlanders Mondriaan, Leo Gestel, Jan Sluijters, Van der Leek en Theo van Doesburg, en de beeldhouwers Archipenko, Lipchitz en Zadkine,

zie twintigste eeuw – eerste helft – plastiek;

zie twintigste eeuw – eerste helft – schilderkunst – Frankrijk;

zie twintigste eeuw – eerste helft – schilderkunst – Italië;

zie twintigste eeuw – eerste helft – schilderkunst – Engeland.