Kunstgeschiedenis

Amsterdam Boek (1959)

Gepubliceerd op 27-01-2022

Egypte – het nieuwe rijk - inleiding

betekenis & definitie

EGYPTISCHE KUNST: HET NIEUWE RIJK: INLEIDING

'Hij kende de paarden zoals geen ander in zijn talrijk heir’. Aldus bericht, in nieuwe taal, de gedenksteen, die Amenophis II (1448-1422 v. Chr.), de zevende heerser van de achttiende dynastie, bij de Grote Sfinx van Gizeh liet opstellen; hij vertelt hoe de ridderlijk-heroïsche koning tussen Memphis en het gedenkteken van het Oude Rijk de snelle lichte wagen met het vlugge tweespan elegant bestuurt en daarbij vaardig met de boog de pijl door vier koperen doelschijven schiet. De gedenksteen wordt daarmee tot het symbool van het Nieuwe Rijk, het tijdperk, dat Egypte niet alleen de wereldheerschappij brengt, maar ook de ridderlijke stijl en het ideaalbeeld van de ridderlijk-heroïsche koning. De lichte strijd- en jachtwagen met het paardentweespan is door de volkerenbewegingen in het Nabije Oosten uit de achttiende en zeventiende eeuw v. Chr. ook de Hyksos bekend geworden. De Egyptische heersers maakten zich deze nieuwe verschijning snel eigen en uit de kunst van het Nieuwe Rijk is ze niet weg te denken; met de levendige, elegante vormentaal van deze eeuw zijn paard en wagen volkomen in stijl.

Zoals de Egyptenaren reeds in de late voortijd en in de Thinitentijd verschijnselen uit het Nabije Oosten in hun vormenwereld overnamen, zo ontwikkelden ze in het Nieuwe Rijk vanuit hun oude nomadische traditie een nieuwe stijl voor de motieven van vreemde herkomst. Daarmee beïnvloedden ze op hun beurt de kunst van het Oude Oosten. Hun van oudsher bestaande belangstelling voor het dier maakte het de Egyptenaren mogelijk, snel tot het wezen van het paard door te dringen; aan het beeld van het paard hebben ze artistiek op unieke wijze vorm gegeven. In het bouwen van wagens vond de constructieve geest, die reeds in het Middenrijk aan de dag trad, een nieuw arbeidsveld, getuige de sierlijke strijdwagens uit Egyptische graven van het Nieuwe Rijk. Hetzelfde geldt voor de kunstige vervaardiging van bogen. De nieuwe beeldbegnppen doorbraken, toen ze gingen doorwerken, geenszins de tradities, welke sinds het Oude Rijk bestonden. Dat de beeldende kunst zich reeds onder de derde heerser van de achttiende dynastie, Thutmosis I (1530-1520 v. Chr.), met het nieuwe thema vertrouwd heeft gemaakt, blijkt uit een scarabee, door Thutmosis I aan de overkant van de Eufraat opgericht. Deze gedenksteen toont de koninklijke boogschutter op een door steigerende rossen getrokken wagen; dodelijk getroffen is de zojuist nog aanstormende tegenstander vóór hem, terwijl de koning reeds opnieuw de pijl heeft aangelegd. Dit is een ’fixatie van het ogenblik’; tot in de schuin weergegeven wielspaken toe is gestreefd naar het vastleggen van wat op een voorbijgaand ogenblik voor ogen is. Voor de eerste maal is hier de koning zelf als strijder voorgesteld, niet meer zoals in het verleden als doder van weerloze gevangenen.

door Prof. Dr. J. Wiesner.