Op de Klassieke Oudheid gebaseerde stijl in architectuur, beeldende kunst en toegepaste kunst, tussen circa 1750 en 1830. Het belangrijkste verschil met eerdere uitingen van classicisme was de nadruk op archeologische exactheid, mede mogelijk door de systematische opgravingen in de Romeinse steden Pompeï en Herculaneum.
Er werden vele prentenboeken gepubliceerd, over Griekse en Romeinse monumenten, en theoretische verhandelingen over de klassieken en hun kunst. Onder de schilders behoort jacques-Louis David tot de bekendste neoclassicisten, onder de beeldhouwers Antonio Canova. Hun werk is ingetogen, lineair en vlak, in een streven naar zuiverheid van vorm en har-monische proporties