Huidaandoening, gekenmerkt door overmatige afscheiding van talg- en zweetklieren.
Agave( Agave americana); ook amerikaanse aloë, honderdjarige aloë.
De wortelstok en de bladeren. 8% decoct, 10 minuten laten koken. Gebruiken voor wassingen.
Alpenroos (Rhododendron hirsutum): de ruige alpenroos.
De bladeren. 2% decoct, 10 minuten laten koken. Drie kopjes daags. Ook: 6% decoct, 15 minuten laten koken. Aanbrengen op de plaats van de aandoening en gebruiken voor wassingen.
Dovenetel (Labium album): de witte dovenetel; ook honds- of suikernetel, bloeiende brandekkel.
De bloemen. 6% infuus, 20 minuten laten trekken. Aanbrengen op de huid.
Helmkruid (Scrofularia nodosa): het knopig helmkruid; ook scrofelkruid, groot speenkruid.
De wortelstok en de bloeiende toppen. 4% infuus, 20 minuten laten trekken. Drie kopjes daags.
Klis (Lappa major): de grote klis; ook kliskruid.
De wortel: klitwortel. 5% decoct, 15 minuten laten koken. Gebruiken voor wassingen.
Levensboom (Thuya occidentalis): de westerse levensboom.
De bladeren. 0,5% infuus, 25 minuten laten trekken. Twee kopjes daags. (Voorzichtig! Grotere doses veroorzaken vergiftigingsverschijnselen.)
Wonderboom (Ricinus communis); ook christuspalm, ricinus.
De olie: wonderolie. Vet – van enige soort – smelten in wonderolie; de aldus verkregen pommade kan op de plaats van de aandoening worden aangebracht.