Engelse ziekte; ziekte, bestaand uit kalkgebrek (door gebrek aan vitamine D), leidend tot beendermisvorming.
Artisjok (Cynara scolymus): de gekweekte artisjok.
De, ook gewoonlijk gegeten, vlezige bloemschubben. De artisjok gekookt of rauw eten, aangemaakt met zonnebloemolie.
Fenegriek (Trigonella foenum graecum); ook grieks hooi.
Het poeder van de zaden. 5% infuus, 2 uur laten trekken. 200 g van dit infuus toevoegen aan 200 g suiker, laten smelten en verwarmen au-bain-marie, tot een stroop verkregen wordt. Vier tot vijf lepels daags.
Gentiaan (Gentiana lutea): de gele gentiaan; ook grote gentiaan.
Het poeder van de wortel. 2% infuus, 10 minuten laten trekken. 200 g van dit infuus toevoegen aan 200 g suiker, laten smelten en au-bain-marie verwarmen tot een siroop ontstaat. Twee lepels daags.
Mierik (Cochlearia armoracia).
De witte wortelknollen: de mieriks- of peperwortel. De knollen zorgvuldig wassen, in fijne plakjes snijden en in een aardewerken pot leggen. Een laag suiker opstrooien, gevolgd door een nieuwe laag mierikswortel en weer suiker, tot totaal 8 of 9 lagen. Het sap van dit preparaat opvangen. Vijf lepels daags.
Nagelkruid (Geum urbanum); ook kruidnagelkruid.
De wortelstok. 5% infuus, 20 minuten laten trekken. Drie kopjes daags.
Noteboom (Juglans regia): de walnote- of okkernoteboom.
De bladeren. 2 à 3% infuus, 15 minuten laten trekken. Zes of zeven lepels daags, verdeeld over de ochtend.
Oranjeappel (Citrus vulgaris).
De vrucht. Dagelijks het sap van twee oranjeappels drinken, zo mogelijk ’s ochtends.
Peen (Daucus carota): de gele peen.
De wortel. Dagelijks 100 g wortelsap drinken, met veel suiker.
Tarwe (Triticum sativum); ook weit.
De geplette hele zaden. Gekookt eten, in soepen.
Ui (Allium cepa): ook ajuin, siepel.
De bol. Uien eten, rauw of gekookt, aangemaakt met maïsolie.
Varen (Osmunda regalis): de koningsvaren; ook koninklijke druivevaren.
De wortelstok. 2% infuus, 10 minuten laten trekken. 200 g van dit infuus toevoegen aan 200 g suiker, laten smelten en au-bain-marie verwarmen tot een siroop ontstaat. Vier tot vijf lepels daags.
Viooltje (Viola tricolor): het driekleurig viooltje; ook veldviooltje.
De bloemen. 3% infuus, 20 minuten laten trekken, 200 g van dit infuus toevoegen aan 200 g suiker, laten smelten en au-bain-marie verwarmen tot een siroop ontstaat. Vier tot vijf lepels daags.
Nota bene: de voorgeschreven doses tot een dertigste deel beperken voor kinderen tot twee jaar; tot een tiende deel voor kinderen tot vijf jaar, tot een vijfde deel voor kinderen tot 15 jaar en tot de helft voor jongeren tot twintig jaar.
